SV | En den naam des tweeden noemde hij Efraim; want, [zeide hij], God heeft mij doen wassen in het land mijner verdrukking. |
WLC | וְאֵ֛ת שֵׁ֥ם הַשֵּׁנִ֖י קָרָ֣א אֶפְרָ֑יִם כִּֽי־הִפְרַ֥נִי אֱלֹהִ֖ים בְּאֶ֥רֶץ עָנְיִֽי׃ |
Trans. | wə’ēṯ šēm haššēnî qārā’ ’efərāyim kî-hifəranî ’ĕlōhîm bə’ereṣ ‘ānəyî: |
En den naam des tweeden noemde hij Efraim; want, [zeide hij], God heeft mij doen wassen in het land mijner verdrukking.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
En den naam des tweeden noemde hij Efraim; want, [zeide hij], God heeft mij doen wassen in het land mijner verdrukking.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!